Het probleem en zijn oorzaken
Veel twintigers tot zelfs veertigers kunnen zich geen goede eigen woonst veroorloven. Moderne woningen zijn duur en de goedkopere woningen zijn meestal verouderd en energieverslindend. Circa de helft van de woningen zou niet conform zijn aan de normen van 2030. Dat opent mogelijkheden: een oud pand kopen en opknappen is voor een aantal mensen haalbaar en betaalbaar. Maar mensen zonder tijd , mentale ruimte of budget voor een verbouwing betalen het gelag.
Enkele deelnemers geloven dat de stijging van woningprijzen onvermijdelijk is. Prijzen zijn het resultaat van veel componenten, o.a. van de tijd die nodig is om een vergunning te krijgen. Enkele mensen verwijzen ook naar het idee dat de mens van nature competitief is en dus uit zou zijn op zo groot mogelijke winst bij verkoop. Enkele anderen zoeken de oorzaak van de prijsstijgingen eerder in de disfuncties van ons sociaal of monetair systeem. Huizen worden gebruikt als spaarinstrument omdat ons geld door inflatie die functie niet meer vervult. Ook onzekerheid over de toekomst zou ertoe bijdragen dat mensen woningen als een investering zien voor de oude dag, eerder dan als een basisrecht of een plek om te wonen. Die fenomenen drijven de prijzen op.
|
Een bijkomend probleem is dat de woningmarkt stroef functioneert. Wetgeving omtrent samenhuizen of opdeling van woningen, de kostprijs van nieuwe woningen in vergelijking met die van oude huizen, fiscale regelingen, bouwtechnische elementen en emotionele bezwaren verhinderen ons om onze woonsituatie flexibel aan te passen aan onze levensfase waardoor veel woonoppervlakte onbenut blijft. Kort gezegd: veel mensen blijven vastgenageld zitten in een woning die te groot of onaangepast wordt.
Oplossingen
Heel wat mensen stellen privé-bezit van grond en woningen in vraag. We zouden beter evolueren naar gebruik boven bezit, vinden zij.
Concreet verdedigen verschillende mensen een fikse uitbreiding van het areaal sociale huisvesting; minstens een verdubbeling is nodig, meent iemand. Iedereen zou een woning van de gemeente moeten kunnen huren, vindt een ander. Huurprijzen plafonneren wordt ook verschillende keren naar voor geschoven, eventueel op wijkniveau of door prijzen inkomensafhankelijk te maken. |
"We zouden beter evolueren |
Iemand verwijst naar het Nederlandse systeem van de WOZ waarde” (waardering onroerende zaken). Iemand vraagt om voorzichtig te zijn en niet alles bij de overheid te leggen. Een ander voegt toe: "de geschiedenis leert ons dat overheden zeer moeilijk een correcte prijs kunnen zetten zonder accidentele schaarste te creëren.” Nog een rol van de overheid ligt bij ruimtelijke planning. We kunnen niet blijven morsen met ruimte en de schaarse grond, vindt iemand. “Niet bang zijn van hoog bouwen” oppert een ander.
Een belangrijk stuk van het debat gaat - niet verrassend - naar gemeenschapsgrond en/of beheer via coöperatieve vennootschappen. Vaak raakt die discussie ook doorweven met argumenten over samenhuizen. In ogen van veel mensen zijn beide thema’s identiek, ten onrechte. We proberen deze twee onderwerpen dus los te trekken van elkaar. |
Samenhuizen betekent voor iemand efficiënter omgaan met wat je hebt door te “delen binnen een kleine hechte gemeenschap”. “Meer samen bouwen zorgt voor schaalvoordelen” zegt een ander. Het kan al via het systeem van zorgwonen maar “het is toch absurd dat kunnen leven zoals je wilt, gekoppeld wordt aan je gezondheidstoestand?” Samenhuizen signaleert dat ze, samen met Steunpunt Armoedebestrijding, al jaren pleiten voor bijsturing van de regelgeving voor solidair wonen. Iet of wat parallel met dit onderwerp is de suggestie om ouderen te ontzorgen.
Iemand twijfelt of de bevolking geïnteresseerd is in samenhuizen; je ziet het toch maar zelden. Maar dat ligt aan de juridische en fiscale moeilijkheden, oppert een ander. “Het is niet verboden om met een paar vrienden feitelijk samen te wonen in een eengezinswoning met één brievenbus. Het is alleen fiscaal niet interessant in geval van tijdelijke of definitieve afhankelijkheid van een vervangingsinkomen, of riskant in geval dat er iemand schulden krijgt". “Het onderscheid tussen alleenstaanden en samenwonenden moet er gewoon uit, ongeacht of je nu wel of niet verwant bent” voegt iemand toe. Wel opletten: we moeten een nieuw systeem, met eigen normen, ontwikkelen om wanpraktijken zoals huisjesmelkerij tegen te gaan, signaleert iemand. Nog een keerzijde van huisdelen: het kan de huur- en koopprijzen voor gezinnen opdrijven.
|
Los van de discussie over samenhuizen is er die over eigendom. Verschillende mensen zoeken de mosterd bij wooncoöperaties en CLT’s. "Spaar ons van zowel de vrije markt als van overheidsdwang!" roept iemand uit. Eén persoon twijfelt aan het nut van deze aanpak. Volgens hem slagen aanbieders van gemeenschapswonen er niet in om significant goedkoper te verhuren of te verkopen. Ze vragen dan maar dingen als verlaging van registratierechten of btw. Hij verdedigt de creatie van beleggingsfondsen die kapitaal verzamelen op de beurs om daarmee woonprojecten te realiseren.